donderdag 18 april 2013

10 vragen over de Nederlandse werkloosheid


AMSTERDAM - 
De werkloosheid in ons land loopt op. Welke ontwikkelingen spelen daarbij een rol en hebben we het ergste gehad? Tien antwoorden in tien vragen.

1. Welke ontwikkeling laat de Nederlandse werkloosheid zien?
Afgelopen maart waren er 643.000 Nederlanders werkloos. Dat is 8,1% van de beroepsbevolking. De trend is nogal duidelijk: stijgend. Eigenlijk loopt de werkloosheid al sinds halverwege 2011 op. De laatste maanden lijkt er echter een versnelling op te treden. Daarnaast ziet uitkeringsinstantie UWV een stijging in het het aantal WW-uitkeringen die beëindigd worden vanwege het bereiken van de maximale duur.

 2. Hoe wordt de werkloosheid gemeten?
Het aantal werklozen wordt keurig bijgehouden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij de meting draait het om Nederlanders tussen 15 en 65 jaar die werk zoeken voor meer dan 12 uur of meer per week. Door deze meetmethode zijn Nederlanders die minder dan 12 uur per week werken ook als werkloos gezien. Het Europese statistiekbureau Eurostat hanteert bijvoorbeeld een andere methode. Daarbij is iemand al aan de slag als hij meer dan 1 uur in de week werkt. Het CBS gebruikt dus zijn eigen definitie, maar vermeldt wel elke maand in zijn persbericht hoe hoog de vaderlandse werkloosheid uitvalt volgens de Eurostat-methode. Een CBS-woordvoerder: „Uit onderzoek blijkt dat mensen vanaf 12 uur zeggen ’werk is mijn belangrijkste bezigheid in de week’. Vandaar dat er in het verleden voor is gekozen om 12 uur als norm te gebruiken.”

3. Hoe doet Nederland het in vergelijking met Europa?
Nog heel behoorlijk. In de maandelijkse cijfers van Eurostat is Nederland al maanden achtereen één van de beste jongetjes van de klas. Ook landen als Luxemburg, Duitsland en Oostenrijk noteren relatief lage werkloosheidscijfers.

4. Wanneer was de werkloosheid voor het laatst zo hoog?
Daarvoor moeten we terug naar de jaren ’80 van de vorige eeuw. Afgelopen februari kwam het aantal werklozen in ons land voor het eerst weer boven de 600.000. Dat was voor het laatst gebeurd in juni 1983. Pas in april 1984 dook het aantal werklozen weer onder die grens. In de periode daartussen bereikte de werkloosheid een piek van 639.000 mensen.

5. Hoe komt het dat de werkloosheid sneller oploopt?
Arbeidsmarktdeskundigen denken dat dat komt doordat bedrijven aanvankelijk zolang mogelijk hebben geprobeerd om hun personeel vast te houden. Ook via een regeling als de deeltijd-WW. Maar nu de economische tegenwind jarenlang aanhoudt, zien ondernemers geen andere mogelijkheid dan om alsnog werknemers te ontslaan.

6. Zijn er leeftijdsgroepen extra de klos op de arbeidsmarkt?
Er is geen enkele leeftijd die het gemakkelijk heeft op de arbeidsmarkt. Maar bekend is wel dat jongeren en oudere werknemers het extra lastig hebben. Jongeren werden een paar jaar geleden nog aangespoord om langer door te studeren met het oog op de crisis. Maar aangezien je niet eindeloos kunt doorstuderen, stromen zij nu toch de arbeidsmarkt op. Daarnaast blijkt uit onderzoeken dat oudere werknemers heel moeilijk aan nieuw werk komen, als ze eenmaal hun baan zijn kwijtgeraakt.

7. Wat wordt hier aan gedaan?
De overheid heeft wel initiatieven genomen om jongeren en ouderen te ondersteunen. Zo is er een ambassadeur jeugdwerkloosheid aangesteld. Ook in het sociaal akkoord zijn enkele afspraken gemaakt over het aan werk helpen van jongeren en ouderen. Daarvoor is ook geld uitgetrokken. Maar de enige oplossing die echt goed werkt is dat de economie weer gaat groeien en er weer banen bijkomen. 

8. Hoe zit het met de sectoren?
De bouw heeft het veruit het zwaarst. Het UWV telde in die sector de grootste stijging in het aantal WW-uitkeringen op jaarbasis. Ook in de welzijnssector – vooral vanwege de klappen in de kinderopvang – en in transport en horeca zijn er fiks meer WW’ers.

9. En de regio’s?
Net als in de sectoren zijn er verschillen in de werkloosheid in de diverse provincies in ons land. Het CBS bracht onlangs een rapport uit over 2012. Daaruit bleek dat Flevoland en Zuid-Holland de hoogste werkloosheid noteerden, en Zeeland de laagste. Wel zijn bij deze cijfers een paar kanttekeningen te plaatsen.

10. Hebben we het ergste gehad?
Daar lijkt het niet op. Vooralsnog wordt er pas in de tweede helft van 2013 voorzichtig herstel voorzien voor de Nederlandse economie. En het is een ijzeren wet in de economie dat de ontwikkeling op de arbeidsmarkt achterloopt bij de economie. Met die wet in het achterhoofd ligt het voor de hand dat de werkloosheid voorlopig nog zal oplopen.

Jurry Brand / DFT april 2013
http://www.telegraaf.nl/overgeld/arbeid/21489358/__10_vragen_over_de_Nederlandse_werkloosheid__.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten