Waarom winnen winnaars, hebben machthebbers macht én corrumpeert het? En waarom leeft een Oscarwinnaar vier jaar langer?
Waarom leeft een Oscarwinnaar vier jaar langer? Dit soort vragen stelt én beantwoordt Ian Robertson in ‘Het Winnaareffect’. Hij neemt de lezer mee op een fascinerende zoektocht langs de diepste delen van de hersenen, langs de zoon van Picasso en langs de gehele evolutie. Dat pad loopt via muizen, vissen en Dzjengis Khan naar wereldvreemde ceo’s van de Amerikaanse auto-industrie. Het zijn de topmannen die in zeer prijzige privéjets naar Washington vlogen om daar te bedelen om miljardensteun voor hun wankelende bedrijven.
Het antwoord op de vraag waarom winnaars winnen is bedriegelijk simpel: winnaars winnen omdat ze winnen. Het is ook om die reden dat Mike Tyson eerst een paar minkukels moest neermeppen, voordat hij – na drie jaar in de gevangenis - opnieuw wereldkampioen zwaargewicht kon worden. Wat de wetenschap pas recent weet, weten bokspromotors al zolang ze pupillen naar de top begeleiden. Winnen doet winnen. Maar er is meer.
Testosteron
Winnen heeft alles met dominantie te maken. Wie vecht en wint, wint territorium, beter voedsel of zelfs een hele harem. En meestal alle drie tegelijk. De beloning is macht en aanzien. Maar winnen verandert ook de hormoonhuishouding. De testosteronniveaus stijgen bij elke overwinning. En dalen na de zege ook weer. So far so good. Maar die pieken in dat mannelijke hormoon doen nog iets. Ze veranderen de fysiologie van de hersenen. Ze worden er beter in de signalen van de testosteron op te pikken. Elke volgende piek maakt nog agressiever, nog vechtlustiger en alerter. De hersenen worden door te winnen voorbereid op de volgende overwinning. Winnen start een positieve feedbackloop.
Thuisvoordeel
Is de heilige graal van succes dan maar gewoon beginnen met winnen? Ja en nee. Je moet ergens beginnen om aan de top de te komen, dus beginnen met winnen is sowieso handig. Maar niet elke overwinning heeft hetzelfde effect op de hersenen. Een winst op eigen territorium doet wel wat voor het primen – voorbereiden - van de hersenen. Een winst op andermans terrein blijft zonder gevolgen en draagt niet bij aan de winners mood. Het thuisvoordeel bestaat. Het testosteronniveau van voetballers die thuisspelen is hoger dan van atleten die in een ‘vijandelijk’ stadion aantreden. De impact van winst is contextafhankelijk. Dat is één van de wezenlijk nieuwe inzichten die Robertson presenteert.
Kip of ei
Voor winnaars is het dus cruciaal of ze hun overwinningen behalen in een uit- of thuiswedstrijd. Dit gegeven roept verdere vragen op. Is een winnaar een winnaar bij de geboorte of wordt een winnaar pas een winnaar als de juiste omstandigheden zich voordoen? Wat is er eerder, het territorium of de winst? De kip (haan) of het ei?
Zwellende testikels
Het territorium is een voorwaarde. De vis, in dit geval een Cichlide die in het Tanganyikameer in Oostelijk Afrika leeft, levert het bewijs. De mannetjes komen voor in twee verschillende gedaanten. De ene is kleurrijk, met imponerende vinnen en enorme testikels. Dit zijn de T-vissen, die alle vrouwtjes bevruchten en agressief en dominant zijn. Zij hebben een territorium. De andere mannetjes zijn grijs, angstig en hebben verdorde nutteloze geslachtsorganen. Zij ontberen een eigen stukkie water en gaan door het leven als anonieme NT-vissen. En toch kan de grijze underdog in één etmaal transformeren in een sierlijke macho met gezwollen testikels die met zijn zaad de soort verder brengt. Een waar raadsel.
Meeuw
De grijze sukkel lijkt in alle opzichten in het nadeel. Geen seks, geen territorium en ook nog het slachtoffer van zijn kleurrijke en agressieve broer. Maar ze hebben één voordeel. Zij zijn vanuit de lucht, waar meeuwen rondcirkelen op zoek naar hun volgende maal, nauwelijks zichtbaar. Het zijn de macho’s die door hen uit het water worden gevist en een met hun verscheiden een vacant territorium achterlaten. En hier geldt wie het eerst komt wie het eerst maalt. De gelukkige NT-vis die de erfenis opeist ondergaat de verandering – ook in zijn hersenen - en wordt net zo’n agressieve vrouwenverslindende T-vis. Het territorium schept de winnaar met bijna absolute macht op zijn eigen terrein.
Seksdrive
Terug naar de mensen, terug naar de winnende mannetjes. Mannen met macht, we zien ze ook in het bedrijfsleven. Hun hogere testosteronniveau gaat gepaard met een bijna ontembare seksdrive. Al die overspelige ceo’s (en politici) kunnen het niet helpen. Ze zijn het slachtoffer van hun eigen winst en de veranderingen die hierdoor in de hersenen optreden. Het is maar één effect van het voortdurende succes. Maar wel één met verstrekkende gevolgen. De genen van de Mongoolse wereldrijkstichter Dzjengis Kahn(eerste helft 13de eeuw) zijn nu nog (zo’n 42 generaties later) in ongeveer acht procent van alle Aziatische mannen te vinden.
Macht en stress
Een popwijsheid: ‘Als je wint heb je vrienden’. Dat klopt natuurlijk, maar wie heel veel wint heeft ook veel vijanden en de bedreigingen komen van alle kanten. Hoe meer territorium er te beheersen valt hoe kwetsbaarder de eigenaar. Niet alleen de reële gevaren zijn talrijk, ook het eigen ego ligt onder een constant spervuur van hoge verwachtingen en de noodzaak om te blijven winnen. Kortom stress! Het brein en reageert – na al die winst – door machthebbers te voeden met andere hormoonspiegels dan bij ons gewone stervelingen. Ze worden actie- en doelgerichter, zijn vaak beter in staat geraakt om de hoofdlijnen te zien en spelen het spel doortastend. Allemaal dankzij het samenspel van testosteron, dopamine – de drug van winnaars die ook met seks en cocaïne geactiveerd kan worden- en het stresshormoon cortisol en de veranderingen in de hersens die daarvan het gevolg zijn. Hierdoor verliezen machtige winnaars hun empathische vermogens. En soms zelfs het contact met de alledaagse werkelijkheid. Zie daar, de reden dat de top van de Amerikaanse automobielindustrie in drie dure zakenjets naar Washington vlogen om daar te bedelen om geld. De chronische winnaar verliest het gevoel voor verhoudingen. En het zijn gestreste baasjes. Zoveel stress maakt vroeg oud en dat hoge testosteron is ook niet goed voor het hart.
Oscar
Blijft er nog een belangrijk raadsel over. Hoe komt het toch dat Oscar winnende acteurs gemiddeld vier jaar langer leven dan acteurs die alleen maar genomineerd worden? Of wat dat betreft Nobelprijswinnaars die twee jaar aan hun leven kunnen toevoegen na het winnen van het allerhoogste in hun discipline? Robertson weet het antwoord. Deze winnaars zijn van de buitencategorie. Zij zijn verlost van de druk van het moeten blijven winnen. Hun ego’s hebben de ultieme erkenning gekregen, niemand neemt hen die overwinning nog af en die zekerheid duurt levenslang. Zij zijn verlost van de stress van de macht, de druk van het moeten blijven winnen.
Bron.mt.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten